In 16 jaren vragen naar Rio met Nicole beukers

Nicole Beukers is al jaar en dag één van de succesvolste roeisters op Njord. Sinds het WK van afgelopen zomer is zij ook zeker van een startplek op de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Hoog tijd voor een interview met de Row-To-Rio Commissie om haar verhaal te delen.

Displaying scannen0001.jpgscannen0001

Hoe is de liefde voor het roeien gekomen?

Voordat ik ben begonnen met roeien, speelde ik altijd korfbal. Toen ik een blessure opliep aan mijn knie mocht ik geen sporten met schijnbewegingen meer doen. Ik moest dus stoppen met korfbal. Roeien was een van de sporten die ik nog wel mocht doen. Dat leek mij eerst helemaal niks, maar mijn moeder haalde mij over en zo ben ik op 14 jarige leeftijd begonnen bij Die Leythe. Ik ben daar begonnen in de skiff en ik was meteen verkocht.

Hoe ben je op Njord terechtgekomen?

Jaap Schouten had mij een keer op een nationale wedstrijd aangesproken om te vragen waar ik verder wilde roeien na de middelbare school. Ik heb toen met het toenmalige bestuur geluncht en ze hadden meteen een boot en coach voor mij geregeld. Naast deze mooie wedstrijdfaciliteiten trokken de sfeer van de vereniging en de leuke en enthousiaste mensen mij ook aan op Njord. Eenmaal ingetekend op Njord ben ik meteen verdergegaan met wedstrijdroeien. Eerst in de skiff buiten de scullgroep en later verder in de skiff in de scullgroep.

 Wat betekent Njord voor jou?

 Ik ben nu achtstejaars, dus ik loop al een tijdje rond. Naast hard trainen en wedstrijdroeien vind ik gezelligheid ook erg belangrijk. Daarom was ik geregeld in mijn eerste jaar nog tot ’s avonds laat op de borrel te vinden (voor de intraining) en ging ik alle feesten en gala’s af. Daarnaast vond ik het ook mooi om in commissies te zitten. Zo heb ik bijvoorbeeld twee jaar Afroeicommissie gedaan en afgelopen jaar in het Zwanencomité gezeten. Nu ben ik er iets minder vaak, maar het blijft een mooie vereniging en ik voel me er nog steeds thuis.

 Hoe combineer je topsport met studie?

Vooral heel goed plannen. Op de Pabo moet je altijd een eindstage van twaalf weken doen en die viel bij mij precies tijdens het wedstrijdseizoen. Dit kwam natuurlijk echt niet goed uit. Uiteindelijk kon ik die stage verspreiden over een langere periode. Dit gold ook voor de tentamens. Soms mocht ik de tentamens ook later maken als ik bijvoorbeeld op trainingskamp was. De Haagse Hogeschool en mijn stageschool waren daar gelukkig heel flexibel in en ze denken echt met je mee.

 Nu ik ben afgestudeerd werk ik af en toe nog als invuljuf, want als je twaalf keer per week traint is het natuurlijk lastig te combineren met een (fulltime) baan. Een gemiddelde dag van mij ziet er bijvoorbeeld zo uit: rond half 9 ’s ochtends begin ik met de eerste training, dit kan een boot-, ergo- of krachttraining zijn. Daarna ga ik lunchen of naar huis waar ik soms een middagdutje doe (eigenlijk altijd), en dan heb ik rond 3 uur de tweede training van de dag, wederom een boot-, ergo- of krachttraining. Als ik dan ook een dagje kan invallen moet ik dat ver van tevoren weten, zodat ik het kan inplannen in het trainingschema.

Wat kan er beter aan de topsportcultuur op Njord?

Als je kijkt naar de prestaties van afgelopen jaren van Njord dan zijn die aanzienlijk gestegen ten opzichte van een paar jaar geleden. Njord zit in een ontzettend stijgende lijn en ik denk dat wij de aankomende jaren alleen nog maar meer overwinningen op onze naam mogen gaan schrijven.

Hoe voelde je je na het winnen van een Bronzen medaille op het WK in Aiguebelette afgelopen zomer?

Na de finish moest ik nog wel even op het bord checken of het wel echt zo was. Het besef kwam eigenlijk pas toen we eenmaal op de kant stonden. Dat was echt een mooi moment, toen we realiseerden dat we de kwalificatie én de medaille hadden gehaald. En ‘s avonds natuurlijk een mooi feestje gevierd!

Wat is voor jou het mooiste nummer om in te roeien?

Afgezien van de junioren damesacht op de Coupe de la Jeunesse en WK junioren heb ik altijd gesculld. Daarom vind ik alle scullnummers toch wel het mooiste. In een dubbelvier heb je meer steun aan elkaar en is het natuurlijk heel mooi om momenten samen te delen. In een skiff ben je meer op jezelf aangewezen en dat kan lastig zijn. Maar aan de andere kant is dat ook weer mooi, want dan heb je het toch mooi helemaal zelf bereikt.

Wat is de mooiste plek / de mooiste wedstrijd waar je ooit hebt geroeid?

De mooiste plek was op het meer in Aiguebelette waar het WK dus was. De omgeving is daar prachtig en het is mooi vlak en helder water. Ik heb niet echt één mooiste wedstrijd. Ik vind de internationale wedstrijden zoals bijvoorbeeld EK’s en WK’s  mooi, omdat de verschillen in wedstrijden echt minimaal dus erg spannend kunnen zijn.

Wat wil je nog bereiken in het roeien?

De Olympische Spelen zijn natuurlijk het hoogst haalbare wat er is qua sport, dus dan wil ik daar natuurlijk voor een medaille gaan. En verder wil ik gewoon echt het maximale uit mezelf halen.

Wat maakt jou tot de roeier die je nu bent? 

Roeiers zijn vaak lang. Met mijn 1.70m kom ik niet echt in de buurt van het ‘ideale’ roeiers plaatje. Ik krijg dat (nog steeds) vaak te horen, maar dat geeft mij juist een drijfveer om te laten zien dat ook ‘kleine’ roeiers goede roeiers kunnen zijn. Als je iets maar graag genoeg wilt dan kom je er wel.

Wie is jouw grote (sportieve) voorbeeld? Is er iemand die je in Rio graag zou willen ontmoeten?

Dafne Schippers is iemand voor wie ik heel veel respect heb. Haar overwinning op de 200m was echt ongelofelijk. Die finale was afgelopen zomer vlak voor het WK Roeien in Aiguebelette. We zaten met z’n allen te kijken en dat gaf toch wel een gevoel van ‘dat willen wij ook’.

Wat ging er door je heen toen je hoorde dat je naar de Olympische Spelen en Rio gaat?

Voornamelijk ongeloof en nog niet helemaal het besef dat ik naar de Olympische Spelen ga. De kwalificatie voelt nog steeds een beetje onwerkelijk en ook wel onzeker, omdat er in de komende maanden natuurlijk nog van alles kan gebeuren. De coach heeft gezegd dat de samenstelling zo blijft mits iedereen natuurlijk heel en fit blijft. Ik denk dat ik het pas echt geloof als ik eenmaal in Rio op het water aan de start lig.

Hoe kijk je uit naar de periode tot aan Rio, waar zie je tegenop, waar kijk je naar uit?

Ik kijk heel erg uit om met een ploeg ergens naartoe te werken met een mooi plan. Daarnaast gaan we kijken waar onze verbeterpunten nog liggen en daar de aankomende periode kneiterhard voor werken.

Ik zie nu nergens tegenop, maar dat kan natuurlijk altijd nog komen. Ik wil nu gewoon lekker blijven roeien, fit blijven en er vooral van genieten.

Hoe bereid je je voor op een wedstrijd? Wat gaat er sowieso mee in je koffer naar een wedstrijd, en naar Rio?

Ik draag bij al mijn roeiwedstrijden lichtblauwe sokken. Deze heb ik jaren geleden van mijn moeder gekregen. Ik kreeg deze toen ik mijn allereerste wedstrijd voor Njord startte. Die zijn inmiddels natuurlijk wel helemaal versleten.

Verder gaat er in mijn koffer sowieso een pakje hagelslag mee. Door de zenuwen heb ik soms een beetje moeite met eten, maar een broodje hagelslag gaat er dan altijd wel in.

Hoe zie je de toekomst na Rio?

Ik weet het nog niet helemaal en ik ben er ook nog niet echt heel erg mee bezig. Als ik er aan denk dan wil ik het na Rio wel iets rustiger aan gaan doen met roeien. Wellicht wil ik het roeien dan gaan combineren met wat werken. Zo zit ik er misschien aan te denken om bijvoorbeeld twee dagen vast als juf te gaan werken en de overige vijf dagen te trainen.
Ik ga sowieso niet meteen stoppen met roeien, maar het jaar na Rio is ideaal voor de combinatie werken en toch hard roeien en om uit te vinden wat ik tegen die tijd wil met het roeien.

Heb je nog tips voor beginnende roeiers, wat zou je nog willen zeggen tegen de leden?

Het allerbelangrijkste is dat je er van geniet en ook lekker buiten de boot leuke dingen blijft doen met je ploeggenoten en coaches. Ik denk dat het belangrijkste is om plezier in het roeien te hebben en te behouden.